Vorig jaar las ik een artikel over zonnebloemen. We wonen in zonnebloemenland, en daarom is me de strekking van het artikel bijgebleven. In de loop van de dag draaien de zonnebloemen mee met de zon, totdat ze (bijna) rijp zijn. Vanaf dat moment blijven ze de hele dag in dezelfde stand: naar het oosten. Wetenschappers hebben ontdekt dat dat gedraai te maken heeft met de groei van de stengel: ‘s ochtends groeit de stengel aan de oostkant harder, na de middag juist de westkant.
Als enthousiaste beginnende moestuinierster zaaide ik een vierkante meter zonnebloemen. Gewoon voor de lol en om te zien wat ze doen. Behalve dat de voorste bloemen bijna twee keer zo hoog zijn als de achterste viel me nog iets op.
Uit het gelid
Waar de zonnebloemen van de professionele boeren inderdaad keurig in het gelid draaien en keren, is het bij mij een rommeltje! Ze doen maar wat. De een westwaarts, de ander oostwaarts, de middelste naar het zuiden.
Het is een zooitje anarchisten, die tournesols van mij!
Bij jou had ik eigenlijk niets anders verwacht. Jij trekt ook je eigen plan.
Zonnebloemen naar mijn hart!
Ze zijn in ieder geval mooi je zonnebloemen en straks lekkere pitten voor de vogels en voor jullie zelf! Voor zover ik me herinner wordt het plantenhormoon auxine, dat voor celstrekking zorgt (en dus voor lengtegroei) afgebroken o.i.v. zonlicht. De achterkant van de stengel groeit dan sneller en daarom keren planten in de vensterbank zich altijd naar het licht.