De stappenteller die ik afgelopen vrijdag cadeau kreeg, wees aan het einde van de zondagse wandeling aan: 20 duizend 146 stappen. Geen kattenpis, zelfs met mijn korte beentjes en driftig staptempo. Althans, dat laatste merkten mijn wandelgenoten ietwat schamper op.
Dit pinksterweekend wandelden we, net als de afgelopen hemelvaartsbreak, weer door het Brabantse land. Op vrijdag de NS-wandeling van Boxmeer naar Vierlingsbeek, zaterdag maakten we een rondje rond de vennen bij Lierop, het Beuven en het Starven. Rare namen, die je gemakkelijk verkeerd uit zou spreken.
Van Boxmeer naar Vierlingsbeek
Zaterdag stond vooral in het teken van de meidoorn en het fluitenkruid. Eerst een stukje door Boxmeer en langs de Maas. Iets voorbij de Sambeekse sluizen (waar overigens de kroketten een aanrader zijn) begint het Maasheggenlandschap, een onverwacht bosachtig mini-landschap met kleine hoogteverschillen. Eindoordeel over de wandeling: bijzonder en afwisselend, maar iets te veel asfalt.
Rond de vennen bij Lierop
Het leek erop dat het merendeel van de Brabanders hun vakantie-uitkering heeft gebruikt voor de aanschaf van een fiets, al dan niet met elektrische hulpmotor. En die probeerden ze zondag uit op de fietspaden rond de vennen bij Lierop, precies waar wij liepen. Bijna geen andere wandelaars te zien, en geen wonder ook. Overal waar je keek op de grote stille heide trokken de stoere tweewielers, uitgerust met boordcomputer, 27 versnellingen en geïntegreerde GPS voorbij. Een plaag. Zelfs op de bospaden werden we nog omvergereden door een enkele ATB. Het moet toch niet gekker worden!
Blauwborstje
In de uitkijkhut bij het Starven ontmoetten we een vogelaar met een enorme camera. Hij liet ons het blauwborstje zien dat hij die ochtend te pakken had gekregen. Natuurlijk in geen velden of wegen meer te bekennen. Daarvoor moet je óf heeeeel veel geluk hebben óf uren op wacht zitten en dan wandel ik toch liever. Even verderop troffen we nog een bosje vogelspotters met kijkers en camera’s. Waar spotters zijn, zijn ook vogels. En ja hoor, hoog boven ons cirkelden traag een paar joekels van roofvogels.
We voltooiden de wandeling (13 km) binnen een redelijke tijd. Eindoordeel: veel fietsers en vogels (inclusief een langsvliegende wielewaal). Voor herhaling vatbaar in de late zomer, als de heide bloeit. Dan staan die fietsen ook vast weer in de Brabantse schuurtjes.