Ik heb al eens zijdelings iets geschreven over de Franse bureaucratie. De auto invoeren, een zorgpas krijgen: het duurde en het duurde. Ik wist het toen niet, maar die processen waren een toonbeeld van snelheid en souplesse in vergelijking met het dode paard waaraan wij trokken toen we een nieuw rijbewijs nodig hadden.
En het begon zo veelbelovend!
Begin juni besloot ik dat het tijd was voor een Frans rijbewijs, goed op tijd, want het Nederlandse kaartje was geldig tot eind augustus. Ik ontdekte dat de aanvraag helemaal online kon, zelfs de pasfoto’s. Het fotohokje bij de plaatselijke Carrefour stuurde én de foto’s én de handtekening via een code helemaal automagisch door naar de Franse rijbewijscentrale. Voor 5 euro. Super! Hoewel Gert z’n Nederlandse rijbewijs nog jaren meekon, vroegen we er voor hem ook maar meteen eentje aan.
We maakten twee accounts aan bij de ANTS, een nationale overheidsorganisatie die gaat over paspoorten, rijbewijzen en allerlei andere officiële documenten. We uploadden een hele stapel documenten, inclusief een paar justificatifs de domicile.
Je moet weten dat Frankrijk, in tegenstelling tot Nederland, geen gemeentelijke basisadministratie heeft. Als je ergens gaat wonen, stel je je voor op de Mairie, je maakt een praatje met de burgemeester (tenminste, als je in een klein dorp woont, zoals wij), en dat is dan dat. Er wordt niks genoteerd in een bevolkingsregister. Om te bewijzen dat je ergens woont, heb je een justificatif de domicile nodig, een bewijs van huisvesting. Meestal voldoet een rekening van de waterleiding of de EDF, de energiemaatschappij.
Begin juli kreeg ik een sms’je. Of ik nog een justificatif wilde uploaden. Tuurlijk. Meteen gedaan.
Daarna begon de grote stilte.
Half augustus, de tijd begon te dringen, zag ik op de website nog steeds geen verandering. In onze accounts bleef maar staan: ‘in behandeling’. Omdat er geen telefoonnummer te vinden was van de rijbewijscentrale, kon ik niks anders verzinnen dan naar de prefectuur in Auch gaan, want uiteindelijk stond er in het mailtje na de aanvraag dat die dáár beoordeeld zou worden.
Nee, zei de mevrouw bij het loket, ‘Désolée’, maar de ANTS was een nationale overheidsorganisatie en ze kon niks voor me doen. Hoe moest ik nu verder komen? Was ik terechtgekomen in een ambtelijk vacuüm? Waar was mijn rijbewijs?
In de bureaucratische Bermudadriehoek?
Maar wacht, de mevrouw zag ineens dat er aan mijn aanvraag nog een justificatif ontbrak, namelijk een bewijs van mijn permanente verblijf in Frankrijk: een belastingaanslag. Tja, want ik zou toch zomaar alleen maar een vakantiehuis kunnen hebben, en dan had ik geen recht op een Franse permis.
Dat was nieuw voor mij – die vraag had mij nooit bereikt.
Oké dan. Hoe kwam ik aan een Franse belastingbrief? Ik naar de impôts, het gezellige kleinschalige belastingkantoortje in het naburige Mirande, waar we een paar weken eerder waren om ons aan te melden. De aardige mevrouw die me hielp wist te melden dat de aanslag onderweg was en dat ze daarom geen bewijs voor me kon printen (waarom, waarom?), maar goed, het kon niet, ‘Désolée’, dus ik moest nog even geduld hebben – eind volgende week zou de envelop in de bus vallen.
En ja hoor, een dag nadat mijn rijbewijs was verlopen, kregen we ‘m. En toen… kon ik niks meer veranderen aan mijn aanvraag.
Die stond op slot.
We togen maar eens naar de sous-préfecture in Mirande. Je moet wát. De sous-préfecture is een geweldig voorbeeld van een bureaucratische laag die er zonder problemen zo uit kan: wat ze daar doen, is formulieren in ontvangst nemen en doorsturen naar de prefectuur in Auch. De ambtenaar was uiterst vriendelijk, maar dit was verder een zinloze exercitie. Nee, opnieuw: ‘Désolé’, niks aan te doen. Rijbewijzen, daarvoor moet je in Auch zijn.
Een mailtje ondertussen, naar de landelijke organisatie, leverde een antwoord op:
De aanvraag lag bij de prefectuur. Aha!
Dus, toen we terugkwamen van ons familiebezoek naar Nederland, was de volgende stap: opnieuw naar prefectuur, veertig minuten rijden. Ik had inmiddels een persoonlijke chauffeur, want geen geldig rijbewijs meer hè. Bijna werd ik al bij de receptie weggestuurd, maar ik denk dat mijn priemende blik hielp, want ik kreeg toch een nummertje voor de afdeling rijbewijzen en mocht weer naar het loket. ‘Rustig en vriendelijk blijven’, zei Gert. ‘Als je boos wordt, neem ik het wel over.’ Want boos worden, daar was weinig voor nodig, wist hij al.
De dienstdoende loketmevrouw wilde me ook al afwimpelen, maar ik stond erop om mijn verhaal te doen, dus luisterde ze half, van de ene voet op de andere wippend. Haar collega op de achtergrond riep: ‘Oh, u bent mevrouw Neele, toch? Ik heb u vorige keer gesproken.’
Jazeker, ze kenden me al. Dat gaf hoop.
Op zeker moment stonden drie dames gebogen over het computerscherm. Ik liet het mailtje van de rijbewijsorganisatie én een kopie van de belastingaanslag achter én mijn telefoonnummer. Dat ook Gert nog niks gehoord had, namen ze gelijk mee. Ik zou die middag worden gebeld. Ha! Succes! Er zat schot in de zaak!
De hele week daarna: geen telefoontje. Ik werd langzamerhand wanhopig.
Acht dagen later reed madame la Poste geheel onaangekondigd het terrein op en leverde een aangetekende brief af. Voor Gert. Zijn rijbewijs! Grrr, van het mijne ontbrak nog elk spoor.
Twee dagen later (waarom? waarom?) kwam het gele autootje weer de poort door, dit keer mét de verlossende brief. Ik mag weer achter het stuur.
De Franse molens malen, maar ze malen traag. Heel traag. Als dikke str*t door een klein gaatje, zou mijn vader zaliger zeggen. Dit lijkt een gelukkig einde, maar we zijn nog niet helemaal klaar…
Het rijbewijs van Gert bevat een onbegrijpelijke fout.
Zelf heeft hij zijn achternaam (uiteraard) correct ingevoerd, maar kennelijk heeft iemand het elektronische dossier overgetikt (waarom? waarom?). Het rijbewijs staat op naam van VAN DEN HILL, met twee l’en. We hebben dus nog even te gaan voordat dat weer is opgelost.
Wordt vervolgd…
HILARISCH…tranen gelachen bi het voorlezen aan Theo.
Achteraf is het natuurlijk grappig, maar op zeker moment stond me het huilen nader dan het lachen, dat snap je! Gelukkig kan ik nu weer onbezorgd in de auto stappen, maar zonder rijbewijs kom je hier niet ver!
Geweldig verhaal!
Maar nu heeft Gert geen geldig rijbewijs. Ben jij nu zijn chauffeur?
Zijn Nederlandse rijbewijs is nog wel even geldig. Dus geen zweet!
Gefeliciteerd! We zien je vanavond, heel autonoom zelf in de auto! Pas op voor de wilde zwijnen…
Die Gerard heeft ontmoet vorige week heeft zijn verantwoordelijkheid genomen en de schade wordt zonder franchise voor ons vergoed.
Ook online gedaan, met enige frustratie 🙂
Volgens mijn Franse collega heeft de Franse regering dit speciaal zo ontworpen, zodat er altijd wat te doen is en de inwoners zich niet hoeven te vervelen. Hij vond dit heel herkenbaar. En hij had gehoord dat de boete op rijden zonder geldig rijbewijs laatst verlaagd is, omdat er zoveel Fransen zijn die geen rijbewijs meer aanvragen. Te veel zweet.
Dat had ik moeten weten! Ik hoor inderdaad van mijn Franse én Nederlandse kennissen soortgelijke verhalen. Ze kijken nergens raar van op. Zo’n televisieprogramma als ‘Kanniewaarzijn’, daar zou niemand hier naar kijken, want dat is hier allemaal heel gewoon.