Heen is niets, maar terug! Een zegswijze van mijn vader die vaak opgaat, maar gisteren niet. Heen duurde een uurtje of vier, terug eenzelfde aantal minúten. Maar goed, heen hebben we dan ook een enorme omweg gelopen, en terug zaten we in de trein.
We wandelden over de Kampina en door het vennengebied bij Oisterwijk. De Kampina is een ongerept natuurgebied waar paarden loslopen, in de Oisterwijkse vennen zagen we allerlei mooie kikkertjes. In het foldertje staat dat er in dit gebied een heikikker voorkomt, die knalblauw kleurt in de paartijd.
Dan was het óf geen heikikker, óf geen paartijd, want onze kikkers waren gewoon groen met een gele streep op de rug. Zo’n blauwe had me wel spannend geleken. De zwarte ooievaar die ons in het vooruitzicht was gesteld, hield zich schuil. Vlakbij zagen we een koekoek, die er al vliegend lustig op los koekoekte. In de grote boom waar hij eventjes landde, kregen we ‘m jammer genoeg niet te zien, hoewel hij zich voortdurend liet horen.
Het was de eerste langere wandeling van dit seizoen, 16 kilometer, en dat was de volgende dag goed te merken. Stijve beenspieren en ongemakkelijke voeten. Dat betekent meer oefenen om in de zomer weer op volle sterkte te zijn.